Welke alarmbelprocedure toepassen in vennootschappen opgericht voor het WVV?

Terug naar het overzicht

12 mei 2020

Welke alarm­bel­pro­ce­dure toepassen in ven­nootschap­pen opgericht voor het WVV?

Uw ven­nootschap werd opgericht vóór 1 mei 2019. Uw boek­jaar sluit af op 31 decem­ber 2019. Welke alarm­bel­pro­ce­dure geldt voor u? De oude uit de ven­nootschap­pen­wet (W.Venn.) of de nieuwe van het Wet­boek van Ven­nootschap­pen en Verenigin­gen (WVV)?

Ver­schillen

In feite zijn er niet zo’n grote ver­schillen tussen de oude en de nieuwe alarm­bel­pro­ce­dure.
Onder de oude ven­nootschap­pen­wet moesten de bestu­ur­ders de alarm­bel­pro­ce­dure opstarten van zodra het net­to-actief van de ven­nootschap daalde onder de helft van het maatschap­pelijk kapitaal.

In het Wet­boek van Ven­nootschap­pen en Verenigin­gen (WVV) maakt men een onder­scheid tussen de BV (en de CV) aan de ene kant en de NV aan de andere kant.

In een BV is het bestu­ur­sor­gaan ver­plicht de alarm­bel­pro­ce­dure te starten als één van de twee vol­gende testen een rood licht doet afgaan:

het net­to-actief dreigt negatief te wor­den of is het gewor­den (bal­anstest),

het is niet meer zek­er dat de ven­nootschap vol­gens de redelijk­er­wi­js te verwacht­en ontwik­kelin­gen in staat zal zijn nog min­stens twaalf maan­den haar schulden te vol­doen naar­mate ze opeis­baar wor­den (liq­uiditeit­stest).

Deze bal­ans- en liq­uiditeit­stest gelden trouwens ook bij ver­mo­gen­suit­k­erin­gen zoals dividenden.

In een NV is de alarm­bel­pro­ce­dure van toepass­ing als het net­to-actief gedaald is tot min­der dan de helft van het kap­i­taal. Bijkomend geldt dat als het net­to-actief gedaald is tot een vierde van het kap­i­taal, één vierde van de stem­men van de algemene ver­gader­ing vol­doende is om de ont­bind­ing van de ven­nootschap goed te keuren (zie hierna).

Sinds 1 jan­u­ari 2020

Het WVV trad in werk­ing op 1 mei 2019. Voor ven­nootschap­pen die toen al beston­den, treedt het wet­boek in werk­ing in ver­schil­lende fas­es waar­van 1 jan­u­ari 2020 meteen al de belan­grijk­ste datum was. Op die datum traden de zoge­naamde “dwin­gende” bepalin­gen in werk­ing. De regels inza­ke de alarm­bel­pro­ce­dure zijn van dwin­gende aard zodat u ze sinds 1 jan­u­ari 2020 moet toepassen.

In de prak­tijk wor­den de testen gedaan bij het opstellen van de jaar­reken­ing maar dat hoeft niet. Het bestu­ur­sor­gaan moet de testen ook doen als uit omstandighe­den redelijk­er­wi­jze kan afgeleid wor­den dat de testen een negatief resul­taat kun­nen geven. Bijvoor­beeld bij een com­mer­ciële tegenslag of een belan­grijke schade. En dus is het bestu­ur­sor­gaan eigen­lijk al sinds 1 jan­u­ari 2020 ver­plicht om de test of testen te doen als dat nodig zou zijn.

Wat moet het bestu­ur­sor­gaan doen?

Als uit de testen blijkt dat het fout loopt, dan moet het bestu­ur­sor­gaan de aan­deel­houd­ers ver­wit­ti­gen. Con­creet moet het orgaan 2 zak­en doen.

Aan de ene kant moet het bestu­ur­sor­gaan de algemene ver­gader­ing bin­nen de 2 maan­den bijeen­roepen om het­z­ij te besluiten tot de ont­bind­ing van de ven­nootschap, het­z­ij maa­trege­len voor te stellen om de ven­nootschap verder te kun­nen zetten.
Aan de andere kant moeten de bestu­ur­ders, als ze de verderzetting van de ven­nootschap zien zit­ten, in een bij­zon­der ver­slag uit­leggen welke maa­trege­len ze voorstellen om de con­tin­uïteit van de ven­nootschap te verzek­eren.
Opgelet: als het bij­zon­der ver­slag van het bestu­ur­sor­gaan ont­breekt, dan is het besluit van de algemene ver­gader­ing sowieso nietig.

Zoals hier­boven al gesteld, is het opstellen van de jaar­reken­ing vaak de “trig­ger” voor de testen. De jaar­reken­ing moet opge­maakt wor­den enkele weken vóór dat ze voorgelegd wordt aan en op de algemene ver­gader­ing. Gebruike­lijk moet de jaar­reken­ing min­stens 15 dagen vóór de ver­gader­ing aan de aan­deel­houd­ers voorgelegd wor­den. Voor bepaalde types ven­nootschap­pen (zoals beursgeno­teerde ven­nootschap­pen) kan dat langer zijn. Hou er reken­ing mee dat de ter­mi­jn van 2 maan­den ver­bon­den aan de bal­ans- en liq­uiditeit­stest, begint te lopen, niet op het moment van de algemene ver­gader­ing en zelfs niet op het moment dat de jaar­reken­ing wordt voorgesteld. De ter­mi­jn begint te lopen van zodra het bestu­ur­sor­gaan vast­stelt dat één van de testen niet wordt gehaald … en dat is meestal nog iets vroeger dan het moment dat de jaar­reken­ing wordt voorgesteld.

Enkele nieuwighe­den onder het WVV

Er zijn nog andere nieuwighe­den ten aanzien van de oude alarm­bel­pro­ce­dure.
In eerste instantie kun­nen der­den niet langer de ont­bind­ing van een BV vorderen als het eigen ver­mo­gen zou dalen tot bene­den het bedrag van het wet­telijke min­i­mumkap­i­taal. Dat kon en kan nog steeds wel bij de NV! Daar staat wel tegen­over dat als de pro­ce­dure niet werd gevol­gd (bijvoor­beeld omdat de algemene ver­gader­ing niet werd bijeen geroepen), er een ver­moe­den is dat schade gele­den door der­den geacht wordt voort te vloeien uit het ont­breken van de bijeen­roeping. Tegen­be­wi­js is toegelaten.

Een tweede wijzig­ing is dat als het bestu­ur­sor­gaan de alarm­bel­pro­ce­dure heeft toegepast, het orgaan gedurende de twaalf maan­den na de bijeen­roeping niet meer ver­plicht is de algemene ver­gader­ing om dezelfde reden opnieuw bijeen te roepen. Dit betekent eigen­lijk dat er een peri­odieke jaar­lijkse ver­plicht­ing is om te oorde­len of de alarm­bel­pro­ce­dure moet ges­tart worden.

Alge­meen wordt aangenomen dat de alarm­bel­pro­ce­dure onder het WVV zek­er niet een­voudi­ger gewor­den is. In de NV bli­jven we werken met de net­to-actieftest maar in de BV komt er de liq­uiditeit­stoets bij waar­door het bestu­ur­sor­gaan ver­plicht wordt om per­ma­nent te oorde­len over de lev­ens­vat­baarheid van de onderneming.