Meerwaarde op handelsfondsen: volledig belastbaar

Terug naar het overzicht

09 april 2020

Meer­waarde op han­dels­fond­sen: volledig belastbaar

Als u acti­va van uw onderne­m­ing verkoopt, dan is de meer­waarde die u realiseert belast­baar. Als u de verkoop­pri­js weer investeert, dan kan u geni­eten van een gesprei­de belast­ing. Maar, in tegen­stelling tot de meer­waarde op mater­iële vaste acti­va is dat stelsel voor imma­ter­iële vaste acti­va niet zo evident.

Gesprei­de taxatie

Als u een meer­waarde realiseert op acti­va uit uw onderne­m­ing, dan is die meer­waarde gewoon belast­bare winst in het jaar waarin u de meer­waarde realiseert.

Er bestaan enkele uit­zon­derin­gen op deze regel zoals bijvoor­beeld de ged­won­gen meer­waarde waar­bij de meer­waarde die u realiseert het gevolg is van een extern feit (bijvoor­beeld een onteigening).

Een andere afwijk­ing van de algemene regel geldt voor goed­eren die sedert meer dan 5 jaar de aard van mater­iële vaste acti­va hebben en voor imma­ter­iële vaste acti­va van meer dan 5 jaar waarop fis­caal afschri­jvin­gen wer­den aan­vaard. Als u dergelijke acti­va over­draagt met winst, dan is de meer­waarde in principe wel belast­baar maar u kan de belast­ing sprei­den.
De belan­grijk­ste voor­waarde voor de gesprei­de tax­atie is dat u de opbrengst van de verkoop her­belegt in andere, afschri­jf­bare acti­va. De meer­waarde die u realiseerde wordt dan belast over de peri­ode dat u het activum waarin u weder­belegde, afschri­jft. Kiest u bijvoor­beeld voor de her­be­leg­ging in een gebouw, dan bent u al gauw vertrokken voor een afschri­jv­ing (en dus belast­ing­sprei­d­ing) over 25, 30 jaar, of zelfs langer.

Kan dat ook voor goodwill?

De sprei­d­ing van de belast­ing kan voor alle imma­ter­iële en mater­iële vaste acti­va. Indi­en uw han­dels­fonds als een actief in uw boeken staat, kan u het dus verkopen en de meer­waarde (mits weder­be­leg­ging uit­er­aard) gespreid lat­en belasten.

Maar helaas is dat niet zo evi­dent omdat de Com­missie voor Boekhoud­kundi­ge Nor­men (de waakhond voor de uni­forme inter­pre­tatie van de boekhoud­wet­gev­ing) van mening is dat het cliën­teel dat door de ven­nootschap zelf wordt opge­bouwd slechts zeer uit­zon­der­lijk mag wor­den geac­tiveerd. Alge­meen wordt daarom aangenomen dat als u zelf opge­bouwd cliën­teel over­draagt, de meer­waarde daarop niet kan geni­eten van de gesprei­de belasting.

Zou u echter zelf good­will hebben aangeschaft, dan is dat wellicht wel geboekt als een imma­terieel vast activum en dan heeft u daar wellicht wel afschri­jvin­gen op geboekt die fis­caal aan­vaard wer­den. In die omstandighe­den lijkt niets u nog in de weg te staan om de gesprei­de belast­ing te vra­gen op de meer­waarde bij wed­erverkoop… ten­z­ij de fis­cus niet akko­ord zou zijn.

Een casus

Een tan­darts koopt in 2001 good­will over van een andere tan­darts voor 85.000 euro. Die good­will wordt afgeschreven over een peri­ode van 10 jaar. In 2012 wordt de good­will opnieuw overge­dra­gen voor 500.000 euro. De prak­tijk is onder­tussen ook van naam veran­derd, en is nu een gemeen­schap­pelijke prak­tijk van een 5‑tal tan­dart­sen.
Komt de meer­waarde op de good­will in aan­merk­ing voor gesprei­de belast­ing. Waar u zou verwacht­en dat toch min­stens de “oude” good­will (85.000 euro) nog in aan­merk­ing zou komen, is de fis­cus res­olu­ut: de meer­waarde op de good­will kwal­i­ficeert niet voor de gesprei­de belasting.

De fis­cus is van mening dat de good­will die nu wordt verkocht alle­maal nieuwe good­will is. De oude good­will was volledig afgeschreven (wat er dus zou moeten op wijzen dat van dat cliën­teel nie­mand nog overbli­jft) maar verder was ook de naam van de ven­nootschap veran­derd en waren er ver­schil­lende nieuwe tan­dart­sen bijgekomen.
Klanten zijn ook niet gebon­den aan hun tan­darts en is er ook geen ves­tig­ingswet of ver­gun­ningsre­gle­menter­ing voor tan­dart­sen. Met andere woor­den het oude cliën­teel is na meer dan 10 jaar eigen­lijk onbestaande gewor­den en het cliën­teel dat nu wordt verkocht is uit­slui­tend nieuw.

Feit­enkwest­ie

Dit arrest van het hof van beroep van Antwer­pen van 6 novem­ber 2018 toont vooral aan dat gesprei­de belast­ing voor good­will wel degelijk kan, maar dat u moet kun­nen hard mak­en dat u het overge­dra­gen cliën­teel a) heeft overgenomen en niet zelf gecreëerd en b) het nog steeds bestaat.
En dat is een feitenkwestie.

Ook als u met een dergelijke vraag naar de dienst voor vooraf­gaande beslissin­gen zou stap­pen, zal u met dezelfde bewi­js­last gecon­fron­teerd worden.