Geïndexeerde bedragen personenbelasting aanslagjaar 2021 en 2022

Terug naar het overzicht

16 maart 2021

Geïn­dex­eerde bedra­gen per­so­n­en­be­last­ing aanslag­jaar 2021 en 2022

In dit overzicht van de belan­grijk­ste geïn­dex­eerde bedra­gen in de per­so­n­en­be­last­ing vin­dt u enkel de fed­erale bedra­gen terug. Belast­ingver­min­derin­gen en dergelijke waar­van het bedrag door de gewest­en wordt bepaald, zijn niet opgenomen.

Hieron­der vin­dt u de bedra­gen voor aanslag­jaar 2022, dat zijn uw inkom­sten van dit jaar (2021). Achter ieder bedrag vin­dt u tussen haak­jes het geïn­dex­eerde bedrag voor aanslag­jaar 2021 (inkom­sten uit 2020). Eind 2020 bevroor de regering de index­ering van een aan­tal bedra­gen, vee­lal belastingverminderingen.

Belast­ingvri­je som en gezinssituatie

1. Belast­ingvri­je som en ver­hoogde belast­ingvri­je som
• Belast­ingvri­je som: 9.050 euro (8.990 euro)
• Ver­hoging belast­ing vri­je som voor gehand­i­capte belast­ing­plichtige: 1.650 euro (1.630 euro)

2. Per­so­n­en ten laste

• Ver­hoging belast­ingvri­je som voor per­so­n­en ten laste
- één kind: 1.650 euro (1.630 euro)
- twee kinderen: 4.240 euro (4.210 euro)
- drie kinderen: 9.500 euro (9.430 euro)
- vier kinderen: 15.360 euro (15.250 euro)
- meer dan vier kinderen (sup­ple­ment per kind): 5.860 euro (5.820 euro)

• Bijkomende toes­lag voor kinderen onder de drie jaar (waar­voor geen uit­gaven voor kinderop­pas wor­den afgetrokken): 610 euro (610 euro) 
• Voor iedere andere per­soon ten laste: 1.650 euro (1.630 euro) 
• Ver­hoging belast­ingvri­je som alleen­staande met kinderen ten laste: 1.650 euro (1.630 euro)

• Max­i­mumbedrag eigen net­tobestaans­mid­de­len (kind ten laste):
- stan­daard bedrag: 3.410 euro (3.380 euro)
- ver­hoogd bedrag voor kind van alleen­staande: 4.920 euro (4.880 euro)
- ver­hoogd bedrag voor gehand­i­capt kind van alleen­staande: 6.240 euro (6.200 euro)
- onder­houds­geld dat niet meetelt als bestaans­mid­del: 3.410 euro (3.380 euro)
- bezoldig­ing stu­den­ten­job die niet meetelt als bestaans­mid­del: 2.840 euro (2.820 euro) 

3. Huwelijk­squotiënt en meew­erk­ende echtgenoot
• Huwelijk­squotiënt: 11.170 euro (11.090 euro) 
• Max­i­maal inkomen meew­erk­ende echtgenoot uit eigen beroep­s­ac­tiviteit: 14.510 euro (14.400 euro) 

Max­i­mumbedrag for­faitaire beroepskosten

Werkne­mers en zelf­s­tandi­gen met win­sten: 4.920 euro (4.880 euro)
Zelf­s­tandi­gen met bat­en en meew­erk­ende echtgenote: 4.320 euro (4.290 euro)
Bedri­jf­slei­ders: 2.590 euro (2.580 euro)

Belast­ingschi­jven aanslag­jaar 2022

25 % op de schi­jf tot 13.540 euro (13.440 euro)
40 % op de schi­jf tot 23.900 euro (23.720 euro)
45 % op de schi­jf tot 41.360 euro (41.060 euro)
50 % op de schi­jf boven 41.360 euro (41.060 euro)

Bedra­gen die niet wor­den geïndexeerd

De vri­jstelling voor maalti­jd­cheques, ecocheques, PWA-cheques en cultuurcheques.

De kilo­me­ter­ver­goed­ing van 0,15 euro voor woon-werkverkeer.

De max­i­male bedri­jf­slei­der­s­be­zoldigin­gen van een student-zelfstandige.

De max­i­ma voor de tax shel­ter voor starters en groeibedrijven.

De grens­bedra­gen voor beschei­den won­ing inza­ke OV-vermindering.

Het max­i­mum van het belast­ingkredi­et in de PB.

Index­eringsstop

Daar­naast geldt er voor een reeks uit­gaven een index­eringsstop. Het gaat onder meer over de vri­jstelling voor ont­van­gen div­i­den­den en voor spaarde­pos­i­to’s, en over de belast­ingver­min­der­ing voor giften.

De belast­ingver­min­der­ing voor pen­sioens­paren werd nog wel één keer geïn­dex­eerd. Voor uw pen­sioens­paren in 2020 gelden als gren­zen 990 euro (voor een belast­ingver­min­der­ing aan 30%) en 1.270 euro (voor de belast­ingver­min­der­ing aan 25%). Dat zijn meteen ook de max­i­ma voor het pen­sioens­paren dat u in 2021 wil doen.

De index­eringsstop loopt tot aanslag­jaar 2024 (inkom­sten 2023). Daar­na wor­den deze bedra­gen opnieuw geïn­dex­eerd (maar dan vertrekkende van de inkom­sten van 2023 en niet van 2020).