Belangenconflicten onder het nieuwe WVV

Terug naar het overzicht

27 maart 2020

Belan­gen­con­flicten onder het nieuwe WVV

Het Wet­boek van Ven­nootschap­pen en Verenigin­gen (WVV) bevat een regeling voor het ont­mi­j­nen van belan­gen­con­flicten met de bestu­ur­ders. De regeling is ruimer dan de oude regeling maar ook wat strenger. Wat zijn de hoofdlijnen?

Con­flicten vermijden

Een eerste vast­stelling is dat het WVV enkele mogelijke con­flict­pun­ten al vooraf onmo­gelijk maakt. Een opval­lende wijzig­ing daar­bij is dat in de BV een natu­urlijk per­soon niet tegelijk bestu­ur­der en vaste verte­gen­wo­ordi­ger bin­nen één bestu­ursraad mag zijn. Een vaste verte­gen­wo­ordi­ger heb je als een rechtsper­soon, bestu­ur­der is in een andere rechtsper­soon. Zo’n rechtsper­soon-bestu­ur­der moet zelf uit­er­aard ook verte­gen­wo­ordigd wor­den door een mens van vlees en bloed. In het verleden gebeurde het wel eens dat die vaste verte­gen­wo­ordi­ger ook al bestu­ur­der was in diezelfde raad van bestu­ur en zodoende pro­por­tion­eel meer “macht” had dan andere bestu­ur­ders. Dat kan dus niet meer.

Een vaste verte­gen­wo­ordi­ger kan ook nodig zijn als de raad van bestu­ur het dagelijks bestu­ur zelf heeft gedelegeerd. Dagelijks bestu­ur betre­ft han­delin­gen en beslissin­gen die beperkt zijn tot de behoeften van het dagelijks lev­en van de ven­nootschap. Ook han­delin­gen die min­der belan­grijk zijn of juist spoedeisend zijn, mogen door het dagelijks bestu­ur afge­han­deld wor­den. Als dat dagelijks bestu­ur wordt gedelegeerd aan een andere rechtsper­soon, dan moet deze laat­ste ook een vaste verte­gen­wo­ordi­ger aan­duiden. Dat was voorheen niet het geval.

Con­flicten oplossen

De hoof­dregel bij belang­con­flicten onder het WVV is de onthoud­ingsplicht: als een bestu­ur­der een ver­mo­gen­srechtelijk belang heeft dat stri­jdig is met de belan­gen van de ven­nootschap, dan moet hij/​zij zich onthouden.

Is er een bestu­ur­sor­gaan met meerdere bestu­ur­ders, en slechts 1 bestu­ur­der heeft een belan­gen­con­flict, dan moet deze laat­ste aan de anderen lat­en weten dat er een con­flict is en dan kun­nen die andere bestu­ur­ders de besliss­ing nemen. De bestu­ur­der met het belan­gen­con­flict mag niet deel­ne­men aan de beraad­slagin­gen van de andere bestu­ur­ders.
Heeft het ganse bestu­ur­sor­gaan een belan­gen­con­flict, dan moeten zij hun besliss­ing voor­leggen aan de algemene ver­gader­ing. Pas nadat die algemene ver­gader­ing de besliss­ing goed­keurt, mogen de bestu­ur­ders de besliss­ing ook effec­tief uitvoeren.

Ten slotte, als er maar 1 bestu­ur­der is, dan moet hij/​zij bij een belan­gen­con­flict de besliss­ing voor­leggen aan de algemene ver­gader­ing en hun oordeel afwacht­en vóór er uit­gevo­erd kan of mag wor­den. Is de enige bestu­ur­der ook nog eens de enige aan­deel­houd­er, dan mag hij/​zij de besliss­ing zelf nemen.

For­maliteit­en

Als een belan­gen­con­flict zich voor­doet, dan moeten de andere bestu­ur­ders of de algemene ver­gader­ing naarge­lang het geval, in hun notulen de aard van de besliss­ing of ver­richt­ing en de ver­mo­gen­srechtelijke gevol­gen ervan voor de ven­nootschap ver­melden en hun uitein­delijke besliss­ing ver­ant­wo­or­den.
Is de bestu­ur­der de enige aan­deel­houd­er, dan neemt hij de besliss­ing zelf, maar ook dan moet hij in een bij­zon­der ver­slag de tussen hem en de ven­nootschap ges­loten overeenkom­sten opne­men.
Dit deel van de notulen of het bij­zon­der ver­slag moet in het jaarver­slag of in de toelicht­ing opgenomen worden.

Nietigheid van de beslissing

Neemt de bestu­ur­der of het bestu­ur­sor­gaan toch een besliss­ing zon­der de regeling inza­ke belan­gen­con­flicten te vol­gen, dan heeft dat tot gevolg dat de besliss­ing nietig is. Waar de nietighei­dsvorder­ing onder de oude ven­nootschap­pen­wet moest ingesteld wor­den door het bestu­ur­sor­gaan van de ven­nootschap zelf, kan onder het WVV elke belanghebbende de nietighei­dsvorder­ing instellen. Onder het begrip “belanghebben­den” vallen ook de aan­deel­houd­ers en de ven­nootschap zelf. Naast de nietigheid kan ook de opschort­ing van de besliss­ing gevorderd worden.

Opgelet: zelfs als de belan­gen­con­flicten­regeling werd gevol­gd kun­nen de ven­nootschap of der­den de bestu­ur­ders per­soon­lijk en hoofdelijk aansprake­lijk stellen voor schade die ze gele­den hebben als ze kun­nen aan­to­nen dat de bestu­ur­ders een onrecht­matig finan­cieel voordeel hebben ver­wor­ven ten nadele van de vennootschap.

De statuten kun­nen aangepast wor­den om bepaalde spec­i­fieke prob­le­men te ver­mi­j­den. Als een bestu­ur­der met vetorecht een belan­gen­con­flict heeft en dus van de beraad­slag­ing geweerd moet wor­den, dan ver­li­est die bestu­ur­der ook meteen zijn vetorecht. Een gelijkaardig prob­leem kan zich voor­doen als er in de statuten een aan­wezighei­d­squo­rum op de raad van bestu­ur is opgenomen. Het is aangewezen om in dergelijke sit­u­aties in de statuten meteen ook oplossin­gen te voorzien (waar­bij de meest voor de han­dliggende oploss­ing is om de beslissin­gen van de raad van bestu­ur voor te leggen aan de algemene vergadering).